headerImage
 
 

De in Nederland van toepassing zijnde wetgeving met betrekking tot (voedselveiligheid van) levensmiddelen en diervoeders is voor meer dan 90% een één op één vertaling van Europese wetgeving. Hieronder zijn de belangrijkste principes van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving benoemd en is een toelichting gegeven op het de totstandkoming van wetgeving. 

Wij raden u u om de huidige geconsolideerde  versies via de links te openen. 

Basisprincipes levensmiddelen- en diervoederwetgeving

In de Algemene levensmiddelen verordening (Vo. EG Nr 178/2002) is vastgelegd dat levensmiddelen en diervoeders niet in de handel mogen worden gebracht indien zij onveilig zijn. In dezelfde verordening is vastgelegd dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven ervoor zorgen dat de levensmiddelen en diervoeders in alle stadia van de productie, verwerking en distributie in de bedrijven onder hun beheer voldoen aan de voorschriften van de levensmiddelenwetgeving die van toepassing zijn op hun bedrijvigheid en controleren of deze voorschriften metterdaad worden nageleefd (art 17.1).
Met andere woorden, een levensmiddelen- of diervoederbedrijf is verantwoordelijk voor de voedsel- en/ of voederveiligheid gedurende het gehele bedrijfsproces, van inkoop tot en met verkoop en alle stappen daar tussen.

Om verder uitwerking te geven aan dit basisprincipe van de levensmiddelen en diervoederwetgeving is in de hygiëneverordening (852/2004 voor levensmiddelen en 183/2005 voor diervoeder) opgenomen dat levensmiddelen- en diervoederbedrijven over een op HACCP gebaseerd voedsel- of voederveiligheidssysteem dienen te beschikken. Middels het HACCP-systeem wordt de productie van levensmiddelen en diervoeder gedurende alle processtappen geborgd.

HACCP beperkt zich niet tot het productiebedrijf. In de levensmiddelen- en diervoederketen  worden grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten verhandeld. Leveranciers van deze producten dienen in principe alle relevante gevaren te voorkómen, te elimineren of tot een aanvaardbaar niveau te reduceren. Daarnaast dient iedere afnemer in de gevarenanalyse te beoordelen welke relevante gevaren met de geleverde grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten mee kunnen komen. Daarover zullen met de leverancier afspraken gemaakt moeten worden. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) heeft met infoblad 64 richtlijnen opgesteld hoe levensmiddelenbedrijven om zouden kunnen gaan met de beheersing van gevaren verbonden aan grondstoffen.

Onveilige levensmiddelen en diervoeders

Bedrijven moeten een systeem hebben om onveilige producten te traceren. In zo’n systeem is het volgende geregeld:

  • De manier waarop een bedrijf gegevens die nodig zijn voor het traceren bijhoudt (administratie: handmatig of geautomatiseerd).
  • De stappen die een bedrijf neemt in het geval van onveilige producten (traceringsprocedure)
  • Het bedrijf moet direct één stap terug (leverancier) en één stap vooruit (afnemer) kunnen traceren.

Op verzoek van de NVWA moet een bedrijf op ieder moment inzicht kunnen geven in dit systeem. Een bedrijf moet op ieder moment kunnen aantonen van wie producten zijn ontvangen en aan wie producten zijn geleverd. Onveilige levensmiddelen- en diervoeders dienen gemeld te worden aan de NVWA. Meer informatie hierover is te vinden op de website van de NVWA en de 'Meldwijzer NVWA onveilige levensmiddelen'.

 

Hygiënecode granen, zaden en peulvruchten collecterende, verwerkende en afleverende bedrijven

Sinds 1 januari 2006 zijn de Europese Hygiëneverordeningen (Vo. (EG) nr. 852/2004 en Vo. (EG) nr. 183/2005) van kracht. In de hygiëneverordeningen zijn eisen opgenomen ten aanzien van de invoer van een op HACCP gebaseerd voedsel- of voederveiligheidssysteem. Middels het HACCP-systeem wordt de productie van levensmiddelen en diervoeder gedurende alle processtappen geborgd.
 
In de Hygiëneverordeningen is vastgelegd dat (vertegenwoordigers van) de sector een hygiënecode mag opstellen. Deze hygiënecode voor de granen, zaden en peulvruchten collecterende, verwerkende en afleverende bedrijven is opgesteld door de Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren. In deze organisatie zijn alle geledingen van de granen, zaden en peulvruchten collecterende, verwerkende en afleverende bedrijven vertegenwoordigd. Het doel van de Hygiënecode is het beschrijven van de wijze waarop gewerkt moet worden, opdat een hygiënisch en voedselveilig product geproduceerd wordt.

Meer informatie over de  Hygiënecode granen, zaden en peulvruchten collecterende, verwerkende en afleverende bedrijven vindt u hier.  

Wetgevingstraject

Hieronder is kort aangegeven hoe de levensmiddelen- en diervoederwetgeving op nationaal, EU en internationaal niveau tot stand komt.

Europees wetgevingstraject:

In Europa wordt in verschillende gremia (o.a. Permanente Comité’s, Raadswerkgroepen en Commissiewerkgroepen) gesproken over wijzigingen in bestaande, en nieuwe, levensmiddelen- en diervoederwetgeving. In bijgaand document is aan de hand van een stroomschema het totstandkomingstraject van Europese wetgeving uitgewerkt.

De meeste wetgeving voor levensmiddelen en diervoeders valt onder DG Sante. De wetgeving voor biologische landbouw valt onder DG Agri.
Ten behoeven van het Nederlandse bedrijfsleven verzorgt de PLW (Productschappencommissie LevensmiddelenWetgeving) de verslaglegging van het Europese wetgevingstraject voor levensmiddelen. De deelname vanuit de PLW aan Brusselse vergaderingen over levensmiddelenwetgeving en de verslaglegging ervan is uniek voor Europa  is. Zo kan bij de eerste ontwikkeling van nieuwe wetgeving de PLW via de overheid kennis en feiten aandragen om goede wetgeving tot stand te laten komen.

Europese wetgeving is te vinden op: http://eur-lex.europa.eu

Nationaal wetgevingstraject

Voor de voorbereiding en afstemming van nieuwe of gewijzigde levensmiddelenwetgeving is in Nederland door de overheid het regulier overleg warenwet (ROW) ingesteld. In dit overleg wordt wetgeving en beleid voorbereid. Aan het overleg nemen de verschillende organisaties deel; de overheid (Ministerie van Economische zaken, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit), het Voedingscentrum, productschappen, brancheorganisaties in de levensmiddelensector en andere stakeholders.
Voor nieuwe, of wijzigingen in, de diervoederwetgeving wordt door EZ een stakeholdersoverleg georganiseerd,dit stakeholdersoverleg voor diervoederwetgeving is echter minder gestructureerd vormgegeven dan het ROW  voor levensmiddelenwetgeving.

Nationale wetgeving is te vinden op: www.overheid.nl

Internationaal: Codex Alimentarius Commission

De Codex Alimentarius Commission is het orgaan van de FAO en de WHO voor het opstellen van wereldwijde geharmoniseerde normen voor levensmiddelen. Deze normen zijn het referentiepunt bij internationale handelsproblemen die aan de WTO worden voorgelegd. Uitspraken van de WTO zijn gebaseerd op deze normen. Met de mondialisering neemt het belang van de Codex toe. Zij speelt een belangrijke rol bij de bescherming van de gezondheid van de consument.
Binnen het kader van de WTO zijn er bijvoorbeeld afspraken over het maken van sanitary and phytosanitary voorschriften (in verband met bestrijdingsmiddelen, contaminanten en microbiologische criteria etc) en technical barriers to trade (zoals etikettering, verpakking). Nieuwe voorschriften worden aan de WTO kenbaar gemaakt (genotificeerd) en hierop kunnen landen reageren die hier bezwaar tegen hebben. Als de bezwaren gegrond zijn kan dit tot aanpassing van een voorschrift leiden en verder kan een terecht bezwaar een rol spelen bij internationale handelproblemen.

Internationale Food Standards van de Codex Alimentarius zijn te vinden op: http://www.codexalimentarius.org/

 

Diverse levensmiddelen en diervoederwetgeving


Hieronder is een niet-limitatieve lijst opgenomen van verscheidene relevante Europese verordeningen en richtlijnen met betrekking tot levensmiddelen en diervoeder. Wij raden u u om de huidige geconsolideerde versies via de links te openen. 

  • Verordening (EG) nr. 1069/2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002

  • Verordening (EG) nr. 999/2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën

  • Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie

  • Verordening (EG) nr. 2017/625 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen

  • Verordening (EG) nr. 1829/2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders

  • Verordening (EG) nr. 1830/2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG

  • Verordening (EG) nr. 396/2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EG van de Raad

          Database met MRL's